Een Noord-Afrikaans Klassieker: Zelfgemaakte Tunesische Chermoula
Sommige recepten hebben namen die je doen raden. Chermoula – ook wel charmoula genoemd – is zo’n naam. Het klinkt mysterieus, maar de oorsprong is verrassend praktisch. Het woord komt van het Latijnse ‘salimuria’, wat ‘zout water’ betekent. De oude Romeinen hielden van hun zoute smaakmakers, zoals garum, een gefermenteerde vissaus boordevol umami.
Chermoula is Noord-Afrika’s antwoord op de Italiaanse pesto – een gedurfde en kruidige mix die traditioneel wordt gebruikt als marinade of dressing. In de Tunesische keuken is chermoula vooral populair bij vis en zeevruchten, maar de toepassingen gaan veel verder. Het is net zo lekker over gegrilde groenten, vlees, of zelfs op toast voor een snelle snack.
Een dressing met veel gezichten
Hoewel Tunesië zijn eigen versie van chermoula heeft, is deze smaakvolle saus een basis in heel de Maghreb – van Marokko tot Algerije en Libië. Elke regio geeft er zijn eigen draai aan.
-
Tunesië: knoflook, komijn, verse koriander, extra vierge olijfolie, citroensap, zout. In Sfax traditioneel geserveerd met gezouten vis tijdens Eid al-Fitr.
-
Marokko: gedroogde peterselie, komijn, paprikapoeder, zout en peper.
-
Libië: zomerse dip met olijven, tonijn en verse lokale kruiden.
Alle versies delen een zoute, hartige smaak – afkomstig van zout of gezouten vis – wat chermoula zo veelzijdig maakt.
Ingrediënten (Tunesische versie)
-
1 teentje knoflook
-
1 afgestreken theelepel gemalen komijn
-
30 gram verse koriander
-
Sap van 1 citroen
-
Zout naar smaak
Bereidingswijze
Doe alle ingrediënten in een vijzel en maal tot een dikke, aromatische pasta. Je wilt een rijke, groene, geurige mix – glad genoeg om te smeren, maar rustiek genoeg om de verse kruiden te laten zien.
Tip: Gebruik direct als marinade of bewaar een dag in de koelkast zodat de smaken zich verdiepen.